Blauwe reiger (Ardea cinerea)
- BertovdBij

- 29 jun 2021
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 27 jan
De blauwe reiger staat vaak urenlang onbeweeglijk langs de kant van een sloot te loeren op een visje of een kikker. Een muisje, molletje of een sprinkhaan gaat er bij de reiger ook wel in, als ze maar te pakken zijn. Ze eten soms zelfs het afval van de mens, zoals in Amsterdam weleens wordt gesignaleerd. Vis zal echter altijd het hoofdbestanddeel blijven van hun dagelijkse voedsel. Hij staat vaak stil in het water maar gaat soms ook met trage passen op jacht naar een prooi. Zijn leefgebied bevindt zich dan ook in de buurt van sloten en andere traag bewegende wateren. Ze halen hun voedsel uit ondiep water, maar het maakt hierbij niet uit of het water nu zoet, brak of zout is. De reiger heeft dan ook een hele effectieve manier van vissen, door met zijn stevige lange geeloranje dolksnavel naar beneden gericht te gaan "vissen". Zo kan hij razendsnel in actie komen als er een lekker maaltje voorbijkomt. Met een snelle stoot slaat hij dan razendsnel toe. Hij slikt zijn prooi meteen door., dus kan een prooi niet te groot zijn. Grotere vissen hebben dan geluk.

Het is wellicht een beetje verwarrend maar de blauwe reiger is vooral grijs gekleurd. Deze vogels, en dan vooral de jongen, kunnen er soms wat verfomfaaid uit zien. Zijn kop is vooral wit gekleurd met een zwarte wenkbrauwstreep. Vooral tijdens het broedseizoen zijn het prachtige vogels met die lange sierlijke afhangende veren vanaf de zwarte kopstreep en afhangende sierveren over keel en rug. Deze reigersoort komt het meest voor in ons land en is niet een bedreigde diersoort. Deze mooie vogel komt behalve in Nederland overal voor in de gematigde streken in grote delen van Europa en Aziƫ.
Reigers zijn hele schuwe dieren, want bij het minste gevaar zal hij meteen wegvliegen, al zijn ze wel veel minder schuw dan vroeger het geval was. Want wie had vroeger gedacht dat hij zelfs op de visjes in uw vijver lag te loeren. Naast de blauwe reiger komen er nog meer reigers voor in ons land, zoals de purperreiger en de zilverreiger. De blauwe reiger is een grote vogel met een spanwijdte van 1,6 tot wel 2,0 meter. Als deze reiger vliegt, dan heeft hij zijn lange hals opgevouwen in een soort van S-vorm. En hij heeft een vrij trage vleugelslag, waarbij zijn vleugels continue gebogen zijn.
Na de paring bouwt de blauwe reiger zijn nest in de toppen van veelal oude bomen. Ze zitten dan in kleine kolonies bij elkaar. De broedperiode loopt van februari tot mei. Momenteel zijn er zo'n 10000 broedparen in ons land. De nesten worden meerdere jaren gebruikt en bestaat uit een hele verzameling takken. Een nest bestaat meestal uit 4 tot 6 bleek-blauwgroene eieren en na 23 tot 28 dagen komen ze een voor een uit. Deze jongen kunnen na anderhalve maand al prima vliegen, al blijven ze dan nog enkele weken op het nest totdat ze uitvliegen.
.png)






Opmerkingen